Schotelantenne
- Bob Pleysier
- 1 sep 2023
- 3 minuten om te lezen
Cemil Belek - Vinkenlaan 28

We zijn naar Vinkenlaan huisnummer 28 gekomen in 1989. Ik was 11, Ziya 20 en Leyla 19. Mama was op dat moment hoogzwanger van Yasemin (Yaso) die in december van dat jaar ter wereld kwam. Ik groeide op in de Van Waeyenberghlaan, de straat die naar Gasthuisberg leidt. Ik ben dus een inwijkeling, Yaso een echte Matadiaan. Ik voelde me hier in het begin niet thuis. Onder andere Edwin Vanden Broeck, Pepijn Engel, Philippe Coppens uit de Matadilaan, de broers Thys en Mette Hedebouw uit de Zegelaan waren al een vaste vriendenkliek. Ik koos dan de weg van minste weerstand: de fiets op en naar mijn oude wijk. Door de jaren hebben we elkaar beter leren kennen. Dus daās goed gekomen. Waar het uitgaansleven allemaal niet goed voor is.

Mijn ouders emigreerden eind jaren ā60 naar BelgiĆ«. Moeder uit Istanbul en papa uit een bergdorp bij Pülümür in de provincie Dersim. We behoren tot het Zaza-volk. Onze religie is het alevitisme, een verlichte vorm van Islam. Zo benaderen we bijvoorbeeld de koran niet dogmatisch. Een alevitische vrouw met een hoofddoek is letterlijk onbestaand. We gaan niet naar de moskee, maar onze diensten zijn in een gebedsruimte waar vrouwen en mannen samenzitten. Ongezien in de islam.
Een andere benadering van de islam en een andere etniciteit in Turkije. Ik moet er geen tekening bij maken: verschrikkelijke discriminatie, onmenselijk onrecht en tot op zekere hoogte zelfs genocide. Verhalen van dorpen die werden uitgemoord of leidersfiguren uit onze gemeenschap die voor het minste ter dood werden veroordeeld. Koerden en ArmeniĆ«rs zijn wat dat betreft onze lotgenotenā¦
Ons ma heeft zich hier als kuisvrouw letterlijk krom gewerkt: heupprothese, reuma in de handen en last van haar knieƫn. Ze werkte bij de paters Dominicanen. Een moslimvrouw in een klooster die jennend haar zinnen steevast begon met Ma godverdomme! Je verzint het niet!

Onze pa is begonnen als arbeider in de Remy-fabriek in Wijgmaal. Na een paar jaar is hij als kelner in de Leuvense horeca aan de slag gegaan en later bij Sofitel in Diegem, dat destijds het vaste hotel van de Belgische nationale voetbalploeg was. Vooral bij de Afrikaanse spelers zoals de broers Mpenza was hij bekend. Waarom? Cola was uit den boze. Onze pa kon het niet laten om ze een flesje toe steken als ze, zoetebekken zoals ze zijn, in het geniep erachter kwamen vragen. In de weekends kluste hij bij in de VIP-loge van OHL. Een zittend gat had hij niet, nee. Werkijver van hier tot Tokyo en fierheid to the moon and back. En dat verwacht hij ook van ons. Als ik me weer ās had overslapen, laat staan voor school, maar vooral voor het werk, dan maakte ik me minder zorgen om de werkgever dan wel voor de bolwassing van onze pa. Hij vond dat we er niet met onze klak naar mochten smijten en ons zo niet belachelijk mochten maken. En met wij bedoelde hij de allochtonen. VƩƩl onder mijn voeten gehad!
Wat mijn ouders hebben klaargespeeld: als laaggeschoolden aankomen in een vreemd land, de taal en de gebruiken niet kennen en daarbovenop een gezin met vier kinderen onderhouden⦠ik vind dat zó straf. Ik kan niet uitdrukken hoe trots en fier ik op ze ben. Van het hooggebergte in AnatoliĆ« tot onderaan het heuveltje van de Matadi-wijk. Theyāve come a long way, baby.
Ze kochten heel snel een schotelantenne, het letterlijke en figuurlijke uithangbord van een migrantenwoning. Onze pa verslond nieuws- en duidingsprogrammaās, mama soaps en talkshows. Ik zie die antenne als een totempaal ter ere van hun prestatie. We kennen allemaal het beeld van de appartementsblokken met schotelantennes in de concentratiewijken. Dat er in deze statige wijk ook een huis met een schotelantenne is, vind ik een waar statement. Om niet te zeggen: rock & roll!
Commenti