Tina en mister Q

Louis Tobback - Goede Haardlaan 10

Zoals bij vele hoekhuizen in Matadi, weet ook de voordeur van het huis van Louis en Jenny niet goed waar ze thuishoort. Ze kijkt uit in de Bloemenlaan, maar heeft een huisnummer in de Goede Haardlaan.

Dat die voordeur en zo de Matadiwijk bekend raakten in heel België danken we aan Vincent Van Quickenborne. Die was in 1997 gangmaker van de Witte Comités, die in de nasleep van de affaire Dutroux, vonden dat de justitiehervorming niet snel genoeg ging. Op 24 juni 1997, dag op dag twee jaar na de verdwijning van Julie en Mélissa, organiseerden die comités een nationale protestdag. Ze vroegen de bevolking om op straat te komen met een open paraplu, als symbool voor de weigering van de politici om hun verantwoordelijkheden op te nemen. De toen 23-jarige Vincent Van Quickenborne, ging als statement een paraplu afgeven bij de rooms-rode partijvoorzitters van de regering-Dehaene II. Bij Marc van Peel waren ze nog welkom. De CVP-voorzitter ontving hem met koffie en koekjes, zo herinnert Louis zich.

Tina op wandel met een Matadees

Toen mister Q met veel bravoure in onze Matadiwijk arriveerde, met in zijn spoor de lokale tv-zender ROB, pakte dat anders uit. Louis Tobback vond dat, als die Van Quickeldinges met zijne witte paraplu hem wilde interpelleren, hij dan naar het parlement moest komen en niet naar zijn privéwoning. De boze Louis - met naast zich zijn al even grimmig kijkende hond Tina - snauwde mister Q de historische woorden toe: Onnozelaars! Doe uw paraplu dicht, en smeet de deur dicht.